Strips |
In 1934 maakte Alfred Mazure zijn eerste echte stripverhaal De Chef. Het verscheen (ongeveer
tegelijkertijd) in verschillende kranten, waaronder het "Dagblad van Noord-Brabant" en de "Nieuwe Utrechtsche Courant".
Omdat dit soort detective verhalen waarschijnlijk aansloeg bij de lezers, verschenen er in de daarop volgende jaren nog drie strips van dit genre. De titels daarvan waren "Da's juist iets voor Willy" uit 1935, "Jerry gaat speculeeren" en "De Havik in Londen". De laatste twee verschenen in 1937.
In 1936 tekende Mazure voor de "Haagsche Post" zijn reisverhalen van een avontuurlijke tocht door Oost-Europa in "Door dik en dun met Gipsy". Hij onderneemt deze reis met twee vrienden.
Ook in Engeland werden strips van hem gepubliceerd. In de "Passing Show" (1937-1938) verscheen
'Erbert,
die later ook nog onder de namen Brammetje en Jodocus geplaatst werd in weekrevu "de Prins". En in "John Bull" (1937-1939) kwam de strip "Dad". Rond de oorlogsjaren verschenen diverse strips van hem in Nederlandse kranten en tijdschriften, Buikje Roodhuid (
Jeugdland, 1938-1939), "Met een driewieler door de Sahara" (Motor, 1940), een weekstrip in het tijdschrift Wereldkroniek (1939), "Mijn dagboek" (De Prins, 1940-1941) en diverse losse strips. Vanaf 1946 woonde hij in Londen en Malta en publiceerde daar voor diverse Engelse dagbladen, o.a.
Sam Stone (in Daily Herald, 1948-1950),
Romeo Brown (Daily Mirror, 1954-1957),
Carmen & Co (The Daily Sketch, 1957-1959) en
Jane, daughter of Jane (Daily Mirror, 1961-1963).Voor het Britse mannenblad Mayfair tekende hij de erotische strip
Lindy Leigh (1969-1970). |
|
 |
|
|