De start
Het eerste verhaal van Dick Bos verscheen in het weekblad de Prins op 20 juli 1940. Het was getiteld: Het geval "Kleyn". Wekelijks verscheen er een episode in het blad tot en met 1 februari 1941.
Dat tempo was voor Alfred Mazure te laag. Hij knipte de tekeningen uit en plakte ze in een boekje. Hij ging ermee naar de Prins en vroeg of ze er wat in zagen om het in boekvorm uit te geven. De redacteur was niet bepaald enthousiast en dus ging Mazure op zoek naar een andere uitgever.
Naar uitgeverij "Ten Hagen"
Hij kwam zo terecht bij de Ten Hagen's Drukkerij en Uitgeversmaatschappij. Deze hield wel van een gokje (als het niet teveel zou kosten). Mazure stelde een fifty-fifty winstverdeling voor. Geen winst, geen honorarium. Veel winst, veel honorarium.
Hij ging akkoord en schreef zelf een contract dat Mazure tekende "als een ezel, zonder een advocaat te raadplegen" , zoals hij begin jaren '70 verklaarde, "Dick Bos had kracht, jiu-jitsu, snelheid en humor - helaas had ie geen grein verstand".
Elke maand zou er een nieuwe titel worden uitgegeven.
Het eerste nummer
"Het geval Kleyn" (
met rode stip ) verscheen in het voorjaar van 1941. Het was een, zogenaamde, beeldroman ter grootte van een pakje sigaretten en kostte 30 cent.
De uitgave was geen succes. Waarschijnlijk was de prijs te hoog, want enige tijd later verscheen "Het geval Kleyn" weer op de markt, ditmaal voor 25 cent (
tweede serie ). Het formaat was iets kleiner en het papier lichter, zodat het boekje nog maar de helft was van de eerdere uitgave (van deel 1 bestaat overigens ook een Franse uitgave, genaamd: L' Affaire "Kleyn" en dateert uit 1942).
Detective, cowboy of ...
Aangezien Alfred Mazure nog niet wist welke kant hij moest opgaan met Dick Bos, werd de lezer, middels een formulier in het boekje, gevraagd naar zijn voorkeur.
Moest het een detective- of cowboyverhaal worden? Misschien een avonturen- of historische roman? Over de uitkomst van de enquête is niets bekend, maar waarschijnlijk koos het publiek als eerste voor de detective. En een goede tweede werd het cowboy-verhaal, aangezien Dick Bos verschillende keren als western-held misdadige zaken oploste.
De oorlog en het voorlopige einde
In de oorlogsjaren worden vijftien deeltjes uitgebracht. Het laatste deel is dan "
Monte Carlo".
De reeks stopt in 1942 door toedoen van de Duitse bezetter.
Mazure krijgt bezoek van twee heren van het Ullstein bedrijf in Berlijn. Deze stelden voor om van Dick Bos een Duitse spion te maken. Het zou in Berlijn gedrukt worden met een aanvangsoplage van een miljoen. Alfred kon zelf zijn honorarium bepalen.
Gedreven door Vaderlandsliefde weigerde hij vanzelfsprekend dit aanbod en zei: "Ik geloof niet dat een SS-uniform mijn held goed zou staan". De heren van Ullstein zeiden dat ze een artiest niet konden dwingen en vertrokken.
Een paar weken later moesten alle boekjes uit de winkels worden gehaald en werd het Alfred Mazure verboden om te werken. De boekjes werden betiteld als "verkapte Engelse propaganda".
En omdat ze niet tijdig genoeg uit de kiosken verdwenen waren, kregen zowel Mazure als Ten Hagen een boete van 7000 gulden. |